Ziekten en aandoeningen
Hoewel dit niet het meest favoriete onderwerp is van de ezelliefhebber, is het  als (toekomstige) ezel verzorger natuurlijk wel van belang dat je weet wat er aan ziekten en aandoening bij ezels kan voorkomen. In alle gevallen geldt natuurlijk: informatie halen op het internet is goed en belangrijk, maar raadpleeg bij twijfel of het vermoeden van een aandoening altijd een dierenarts! Wees je ervan bewust dat veel ezels het niet goed laten zien als ze ziek zijn, dus “even aankijken” kan al gauw een risico vormen.

Parasieten
Luizen, mijten en wormen zijn de die voornaamste parasieten waar ezels last van kunnen hebben. Allemaal vervelend, maar ook allemaal wel te genezen!

Luizen: je kunt op allemaal verschillende manieren merken of zien als ezels last van luizen hebben. Zo kun je bijvoorbeeld witte puntjes in de vacht zien. Die puntjes zie je het meeste in de lente en in de herfst, op het hoofd (achter de oren), de manen, de schouderstreek en  staartbasis. Er zijn bloedzuigende luizen en vachtluizen. Ook kan je ezels veel zien schuren en bijten, want luizen kunnen gemeen jeuken.  Jeuk is het eerste symptoom, gevolgd door het ontstaan van kale plekken. Bij een ernstige infectie met zuigende luizen kan bloedarmoede optreden. Er zijn diverse antiluizenmiddelen. Overleg altijd met een dierenarts voor je hiermee de eerste keer aan de slag gaat. De luizen kunnen niet alleen op de ezel zelf zitten, maar ook op het tuig, het poetsgerei en in het stro. Dit alles moet dus goed worden gereinigd.

 Mijten: Mijten herken je aan jeuk, puistjes, haaruitval, grote kale plekken met korsten of jeuk aan de onderbenen. De definitieve diagnose is bij een mijten infectie te stellen door middel van microscopisch onderzoek van een huid afkrabsel.  De behandeling bestaat uit een grondige wasbeurt die je na een week moet herhalen. Dit moet je wel doen met een goede anti vlooien shampoo. Een mijten infectie kan van de ene ezel op de andere overgaan, dus als je er niet snel bij bent loop je het risico dat je alle ezels moet behandelen.

Schimmel: ezels zijn gevoelig voor twee soorten schimmels; de trichophyton en de microsporum spp. De typische verschijnselen die horen bij de besmettelijke ringworm (schimmel aan de huid) zijn bij ezels vaak niet goed zichtbaar. Ze hebben er zelden jeuk van, maar reageren wel als de plek wordt aangeraakt waar de schimmel zich heeft genesteld. Behandeling is noodzakelijk met een antifungale shampoo. Een slecht werkend immuunsysteem of ondervoeding kan leiden tot hardnekkige infecties.

Wormen: ezels kunnen zowel in de darmen als in de longen wormen bij zich dragen. Van de darmwormen kunnen ze goed ziek worden, longwormen zijn veel minder schadelijk (in tegenstelling tot longwormen bij paarden). Een goede preventieve aanpak bestaat uit mestonderzoek, op basis van onderzoeksresultaten eventueel ontwormen, de weide afwisselend begrazen, en de stallen geregeld schoon maken.

Witte Lijnziekte
Bijna alle ezels in Nederland hebben last van witte lijnziekte, een aandoening van de witte lijn en de hoefwand. Dit komt omdat ezel hoeven eigenlijk minder geschikt zijn voor het vochtige klimaat hier. Van oorsprong zijn ezels woestijn dieren en de hoeven absorberen vocht. Je kunt natuurlijk wel bedenken dat dat misgaat als ze de hele dag op een drassige ondergrond staan: ze blijven dan vocht opnemen. Als ze dan een keertje in een doorn, steentje of ander scherp voorwerp trappen ontstaat er een gaatje waardoor een schimmel zich in de vochtige hoeven kan nestelen. Die schimmel gaat dan in de buitenste hoornwand zitten en wordt daar de gastheer van een bacterie. Die bacterie kan de voet uithollen. Als die holte te groot wordt kan het hoefbeen zich gaan verplaatsen met (ernstige) kreupelheid tot gevolg. Behandeling is mogelijk omdat de schimmel niet goed tegen zuurstof kan. De ezel hoefsmid kan de infectie blootleggen. Vervolgens verwijdert hij alle aangetaste delen van de hoornwand en loszittende delen. Hierdoor komt er voldoende zuurstof bij de schimmel en kan de genezing beginnen. Nabehandeling is nodig, totale genezing neemt enige tijd in beslag.

De witte lijnziekte is alleen te voorkomen door er voor te zorgen dat ezels niet de hele dag in de natte weide of een natte stal staan. Hou ze zoveel mogelijk op een droge ondergrond en inspecteer en reinig geregeld de hoeven.  Als een ezel eenmaal een keer hoef bevangen is geweest, is er een grotere kans op witte lijn ziekte.

Rotstraal
Een andere aandoening waar ezels last van kunnen hebben is rotstraal. Dit is een ontsteking van de straal, de achterzijde van de hoef. Deze ontsteking wordt veroorzaakt door  vocht en bacteriën. Nat strooisel, veel mest en urine, slecht of niet uitkrabben van de straal of het slecht bekappen van de hoef zijn vaak de oorzaak. Symptomen: losse stukjes voor aan de straal en een doordringende (zweetvoeten) geur. Soms zitten er gaatjes in de straal. Ook kan er sprake zijn van droge rotstraal. Dan laten stukken van de straal los. Zeer diepe rotstraal moet door de dierenarts behandeld worden. In een eerder stadium kan de hoefsmid de kwaal behandelen.

Net als witte lijnziekte is rotstraal te voorkomen door ezels op een droge en schone ondergrond te huisvesten. De infectie kan direct bestreden worden door de hoeven in te spuiten met een speciale opdrogende spray. Je moet de hoeven dan wel eerst voorzichtig maar goed schoon krabben.

Hoefbevangenheid
Het is naar, maar waar: Veel ezels raken op enig moment in hun leven hoefbevangen. Hoefbevangenheid is een ziekte waarbij de bloedvoorziening van de ondervoet verstoord raakt. Die verstoorde doorbloeding leidt tot vochtophoping in de hoeven. Je kan dat merken doordat de hoeven warm worden, en als je er met een hamer zachtjes op klopt is dat zeer pijnlijk. Als je niet (tijdig) behandelt dan leidt de vochtophoping er uiteindelijk toe dat het hoefbeen, het botje in de hoornschoen, gaat draaien en eventueel ook gaat zakken. Blijvende kreupelheid is dan het gevolg. Goed opletten en op tijd behandelen is dus het advies!

Meer over hoefbevangenheid is te lezen onder het kopje hoefverzorging.

Koliek
Er zijn verschillende soorten koliek: zandkoliek, gaskoliek en verstoppingskoliek. Koliek gaat gepaard met heftige buikkrampen en zweten. Als ezels koliek hebben merk je dat niet direct: ze liggen dan niet  te kronkelen van de pijn, maar we staan eerder wat te suffen.  Als ze trapbewegingen naar de buik maken, is het vaak al te laat. Zijn ze sloom en eten ze niet: raadpleeg direct(!) een dierenarts. Als ezels ouder worden hebben ze een grotere kans op verstoppingskoliek, maar ook als ze bijgevoerd worden, al eens eerder koliek hebben gehad, of ondergewicht of gebitsproblemen hebben. Goede gedoseerde voeding is van belang om koliek te voorkomen.

Huidproblemen
Ezels hebben beschutting nodig tegen regen. Anders dan bij paarden is de vacht niet waterdicht. Als ze niet op tijd (kunnen) schuilen en door en door nat worden, kunnen ze last krijgen van de huid. Ze krijgen dan sneller wondjes en andere huidbeschadigingen. Een probleem hierbij is dat die bij de ezel huid en -vacht niet altijd opvallen. Daarom is een regelmatige borstelbeurt niet alleen lekker, maar ook belangrijk om de huid van je ezel goed te leren kennen zodat je afwijkingen snel opmerkt.

Huidproblemen kunnen ook ontstaan door parasieten, bacteriele en virus-infecties, schimmelinfecties (Histoplasmosis en Cryptococcosis), tekenbeten, overgevoeligheid voor insectenbeten (allergische reactie),en tumoren. Als je ergens op de huid een tumor ontdekt, inspecteer dan het hele lijf.

Goed om te weten: sommige huidaandoeningen, zoals ringworm, zijn besmettelijk voor de mens. Bij behandeling dus altijd goed de handen desinfecteren en/of latex handschoenen gebruiken.

Maanblindheid
Een van de meest voorkomende, pijnlijke oogafwijkingen bij ezels en paarden is uveïtis ofwel maanblindheid. Ezels gaan dan veel knipperen met de ogen, zijn overgevoelig voor licht en hebben overvloedig last van tranen. Als je dit niet op tijd behandelt dan lopen ze de kans helemaal blind te worden.
Een aanval van maanblindheid is vaak het gevolg van een overgevoeligheidsreactie op een virus, bacterie of parasiet. Een acute aanval moet snel behandeld worden. Je moet dan de ogen meerdere malen per dag druppelen met corticostereoiden- en antropinedruppels.
In een heel uitzonderlijk geval moet een oog worden verwijderd als de aandoening herhaaldelijk blijft terugkeren. Geen fijne ingreep, maar beter dan de constante pijn.

Hyperlipidemie
Hyperlipemie, ofwel bloedvervetting, is de meest voorkomende stofwisselingsziekte bij ons ezels. Hij wordt vaak veroorzaakt door stress, pijn, transport en een plotselinge vermindering van de hoeveelheid voer. Als ezels te dik zijn en moeten afvallen, is het dan ook belangrijk om dat geleidelijk aan te doen, maximaal twee kilo per maand, omdat anders de kans bestaat dat hyperlipidemie ontstaat.

Als een ezel hyperlipidemie heeft, merk je dat doordat hij in de loop van 2-10 dagen steeds slomer worden en steeds minder gaat eten. Soms merk je ook overvloedig kwijlen of een erge loopneus.

Als je er niet op tijd bij bent kan de ezel zelfs in coma raken. De enige manier om hyperlipidemie vast te stellen is door bloed af te laten nemen.

Griep en Tetanus
Griep is een potentieel ernstige aandoening. Ezels kunnen er zelfs aan overlijden. Tetanus kan optreden na infectie van open wonden met de tetanusbacterie. De meeste met tetanus geïnfecteerde ezels sterven na een periode van zwaar lijden. Gelukkig kun je ezels goed tegen griep en tetanus beschermen door ze jaarlijks tegen influenza  (griep) en tetanus in te enten. Dat kan meestal met een gecombineerde vaccinatie.

Tot slot zijn er nog een drietal extreem weinig voorkomende ziektes, waar ezels echter wel bevattelijk voor zijn. Deze ziekten zijn zo zeldzaam in Nederland dat het goed is om er iets van te weten, maar de kans dat een ezel in Nederland het krijgt is zeer klein.

(Afrikaanse) paardenpest, Equine infectieuze anemie (EIA ) en het West Nijl virus.
Afrikaanse paardenpest is een infectieuze ziekte veroorzaakt door het Afrikaanse paardenpest virus. Verschijnselen zijn een verhoogde temperatuur, problemen met de ademhaling of met de luchtwegen. Het virus wordt overgedragen door insectenbeten.

Equine infectieuze anemie (EIA), ook wel moeraskoorts genoemd, is een virusziekte bij paarden en ezels. Het virus wordt uitgescheiden via ontlasting, bloed en sperma van paardachtigen en overgebracht door muggen, vliegen en dazen. Tegen erg warme, droge omstandigheden is het virus niet goed bestand. Moeraskoorts leidt tot ernstige bloedarmoede. Ezels krijgen verschijnselen als koorts, lusteloosheid, spierzwakte, rillingen, aantasting van ogen en slijmvliezen, bloedingen, koliek, bloederige mest, verhoogde en onregelmatige hartslag, of oedeemvorming in het onderlichaam.

Zowel de paardenpest als EIA zijn aangifte plichtige ziekten. Mocht je dit bij je ezel constateren ben je verplicht dit bij de NVWA te melden. Meer over aangifteplichtige ziekten lees je op de website van de NVWA. 

Het West Nijl virus is een ziekte die bij veel diersoorten, waaronder insecten, vogels, zoogdieren én mensen kan voorkomen. Zowel mensen als ezels zijn ‘dead-end’ gastheren. De ziekte kan dus niet van ezel op ezel of van ezel op mens worden overgedragen. Als ezels dit virus hebben kun je het merken aan hele algemene symptomen als spiertrillingen, ataxie en gedragsveranderingen. Maar het kan ook zijn dat ze het hebben en je er helemaal niks van merkt.