De ezel (Equus africanus asinus) is een zoogdier uit de familie van de paardachtigen (Equidae).
Ezels hebben een schofthoogte tussen 95 en 160 cm. Ze hebben lange oren, een pluim aan het eind van de staart, en een groot uithoudingsvermogen. Ezels hebben een grijze of bruinachtige vacht. De meeste wilde ezels vertonen de typische wildkleur, met een aalstreep. Deze aalstreep is ook bij de meeste gedomesticeerde / bonte ezels nog te zien. De onderzijde, de snuit en de flanken vertonen lichtere kleuren. Het geluid dat ze maken noemt men: balken.
Ezels zijn goed bruikbaar als lastdier en als trekdier. Het voordeel van ezels ten opzichte van paarden is dat ezels over het algemeen kleiner zijn, beter bestand tegen extreme klimatologische omstandigheden en makkelijker te hanteren en te voeden. Vooral op bergpaden is de tredzekerheid van ezels een pré.
De reputatie van ezels is dat het eigenzinnige dieren zijn, maar dat heeft vooral te maken met hun bijzondere intelligentie en voorzichtigheid. Ezels zijn namelijk, in tegenstelling tot paarden, geen vluchtdieren. Door hun afkomst uit bergachtige gebieden zullen ze dus als ze ergens gevaar denken te zien niet als een dolle er vandoor gaan, maar de situatie rustig in zich opnemen. Op smalle bergpaden kan één misstap door een onnadenkende vlucht al fataal zijn. Dus bewegen ezels bij gevaar gewoon even niet. Dat levert nog wel eens een conflict op met mensen. Als ezels denken dat het beter is om even niet te bewegen, dan bewegen ze even niet. Wat de een mens ook probeert. Sterker nog, hoe harder je probeert om een ezel tegen zijn zin in te bewegen, hoe meer ze in de weerstand gaan. Dat kun je natuurlijk eigenwijs of koppig noemen, maar dat is het niet. Het is gewoon een verstandige ezel reactie op eventueel gevaar. Als je eenmaal het vertrouwen van de ezel gewonnen hebt zijn het vriendelijke, trouwe én volgzame metgezellen.
Mannelijke ezels heten ezel hengsten. Vrouwelijke ezels ezelinnen. Jongen van ezels heten ezelsveulens.
Een kruising tussen ezel hengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel. Alle mannelijke nakomelingen tussen deze kruisingen zijn onvruchtbaar.
Ezels hebben in het wild nog familie rondlopen: in Noord- en Oost-Afrika. Er bestaan daar de volgende ondersoorten:
Nubische wilde ezel, Equus africanus africanus – komt voor in Nubië
Somalische wilde ezel, Equus africanus somaliensis – komt voor in Somalië
Hoewel ezels op het eerste gezicht nauw verwant zijn aan het paard, zijn er toch een paar grote verschillen die ook echt belangrijk zijn als je ezels wil gaan houden. Veel van die verschillen komen voort uit de oorsprong van ezels in warme, droge, bergachtige / woestijngebieden. Juist in Nederland waar die omstandigheden zo anders zijn is het belangrijk deze verschillen goed te weten.
Op de eerste plaats is er het verschil in vacht. Als gevolg van hun afkomst uit droge gebieden is de ezelvacht dunner en minder vet dan die van een paard. Dat heeft als gevolg dat ezels niet goed in de regen kunnen staan: dan worden ze tot op de huid nat. Ezels hebben in het Nederlandse klimaat dus altijd een goede schuilplek nodig.
Ook door hun afkomst zijn de hoeven van een ezel minder goed bestand tegen de vaak drassige Nederlandse ondergrond. Zorg er voor dat ezels ook altijd een droog en / of verharde ondergrond hebben om op te staan. Langdurig op natte ondergrond staan kan uiteindelijk tot een breed scala aan hoef- en gezondheidsproblemen leiden.
Een laatste verschil met paarden dat komt door hun afkomst is de spijsvertering. Ezels zijn gebouwd om met heel vezelrijk en weinig voedzaam voer toch uit de voeten te kunnen. Bij voedsel dat voedzamer is, minder vezels en meer suiker bevat ligt overgewicht en hoefbevangenheid bij ezels sneller op de loer dan bij paarden. Hoewel ze dus graag alles eten, is dat vaak niet verstandig!
Ook wat betreft temperatuur, hartslag en ademhaling verschillen ezels van paarden. De gemiddelde hartslag en ademhalingsfrequentie van ezels is hoger dan die van paarden (tot soms wel twee keer zo hoog), terwijl de temperatuur van een ezel een graad tot een halve graad lager is.
Bij sommige ziektes (zoals bijvoorbeeld de griep) zijn ezels wat gevoeliger voor de complicaties er van. Vaccineer ezels dus altijd tegen de griep (vaak gelijk in combinatie met tetanus). Voor longwormen zijn ezels weer een stuk minder gevoelig dan paarden (ze hebben er soms zelfs bijna geen last van), maar ezels kunnen wel als besmettingsbron dienen als je paarden in de buurt hebt.
Kortom: ezels lijken misschien wel een beetje op paarden, maar ze zijn wel degelijk anders! Dus ook als je gewend bent paarden te houden is het van belang je goed in ezels te verdiepen voordat je tot aanschaf over gaat!
Weetje: Sommige ezels hebben een kruisstreep. Dus een aalstreep maar ook een streep naar de flanken toe, bij elkaar vormen ze een kruis. De legende gaat dat de ezel was uitverkoren om Jezus Christus bij zijn intocht in Jeruzalem te dragen en dat hij daarom dit merkteken in de vorm van een kruis had.