Karakter
Ook al lijken ezels misschien op het eerste gezicht op paarden, als je kijkt naar het gedrag zie je een wereld van verschil. Ezels zijn minder schrikachtig dan paarden (die hebben namelijk een sterker ontwikkeld vluchtinstinct), waardoor ezels vaak eigenwijs lijken, maar ezels zijn gewoon wat minder snel onder de indruk.
Daardoor kun je aan ezels vaak ook wat moeilijker zien of ze pijn hebben: ze zijn op dat vlak ook wat meer stoïcijns dan paarden. Dat wil dus niet zeggen dat ze geen pijn hebben, ze reageren er gewoon wat minder op. Datzelfde geldt voor hoe ezels reageren op nieuwe situaties. Het lijkt vaak alsof ze daar niet zo’n last hebben, maar soms houden ze zich gewoon wat meer groot. Het komt er op neer dat je bij ezels vaak wat beter moet opletten om te zien of er wat met ze aan de hand is.
Kudde
Waarin Ezels wel wat lijken op paarden: we zijn alle twee kudde dieren. We hebben een sterke band met onze kuddegenoten en vormen vaak vriendschappen voor het leven. Daarom is het belangrijk om ons nooit alleen te houden, maar altijd het liefste als stelletje, of in een groep. Je kunt ons het beste niet met paarden in een groep houden.
In een kudde ezels kan eigenlijk maar 1 hengst (niet gecastreerd mannetje) gehouden worden. Niet gecastreerde mannetjes zijn nogal bazig, en zijn dan voortdurend met elkaar aan het vechten over wie de baas is. Dat is voor de hengsten zelf niet goed (hengsten kunnen heel erg hard en onbehouwen vechten), daar komen gewonden van. Maar ook voor de andere ezels is dat de hele tijd vechten niet leuk.
Die bazige hengsten vallen soms ook opgroeiende jonge hengsten en vaak ook jonge merries aan. Die jonge dieren kun je vaak ook het beste uit de kudde halen en in een aparte groep laten opgroeien.
Wat fijn is aan het leven in een kudde, is dat de ezels elkaars huid kunnen verzorgen, vooral op plekjes waar ze zelf niet zo goed bij kunnen. Met dat gedrag gaan ze dus ook sociale contacten aan.
Territorium
Ezels leven van oudsher in dorre gebieden waar niet veel te eten is. In het wild verjagen ze dan ook alles en iedereen die ons gebied binnenkomt! Grazers van een andere diersoort zijn niet welkom. Dat gedrag van vroeger in het wild zie je ook nog een beetje bij tamme ezels.
Dit kan leiden tot agressief gedrag tegenover andere, kleine dieren, zoals katten, honden, en kippen. Maar als je ze rustig aan elkaar laat wennen en als er genoeg te eten is, dan is dat vrijwel altijd tijdelijk gedrag.
Bezigheidstherapie
Ezels kunnen zich gaan vervelen als ze niet bezig gehouden worden. Ze gaan dan bijvoorbeeld knagen aan bomen, struiken, schuurtjes, hekken. Zeker als ze wat langer in de weide staan, vinden ze het vaak fijn als je regelmatig nieuwe spullen neerlegt om aan te knagen of om mee te spelen .
Veilige struiken en bomen om te eten of aan te knabbelen zijn onder meer:
Hazelaars, essen, meidoorn, appelbomen en in beperkte mate wilgen, linden, populieren en gaspeldoorn. Het planten van deze bomen of struiken levert on schaduw op in de zomer, en de gesnoeide takken vinden ezels heerlijk om aan te knabbelen. Als die takken er niet zijn kun je ook houtblokken van bovenstaande boomsoorten neerleggen.
Wat ook goed is tegen de verveling én goed voor de conditie: regelmatig een ezel wandeling.
Geluid
Het duidelijkste geluid dat ezels maken is het balken. Dat balken gebruiken ze om de groep bij elkaar te houden, en om alle andere ezels in de omgeving te laten weten dat er een ezel in de buurt is.
In het wild zijn het vooral de dominante hengsten die balken. De merries en veulens balken een stuk minder, tenzij ze gescheiden zijn van hun groep of als de merries hengstig zijn. Tamme ezels balken veel vaker, dat is het vaak ook in antwoord op het gebalk van een andere ezel uit de groep. Als je ezels alleen zet gaan ze ook heel veel balken, omdat ze op zoek zijn naar gezelschap en aandacht.
Oren
Aan de stand van de oren kun je zien hoe een ezel zicht voelt of wat hij bedoelt met balken:
Oren plat naar achter: boos
Oren naar achter maar niet plat: blij
Oren naar voren: geïnteresseerd (vaak in een ezel van het andere geslacht)
Spelen
Ezels spelen graag met elkaar, maar ook met de verzorgers. Je kunt ezels dan ook met het nodige geduld allemaal dingen leren. Als je een ezel wil trainen moet je wel zorgen dat je hier om denkt: positief gedrag belonen, negatief gedrag negeren. Negatief gedrag bestraffen helpt helemaal niks.
Vooral jonge ezels spelen graag onderling om hun krachten te meten. Als er geen soortgenoten zijn gaan jonge ezels toch op zoek naar een spelmaatje. En ezels niet bepaald zachtzinnig spelen is dat een extra goede reden om ze niet alleen te zetten: flink bijten, schoppen en steigeren, het hoort er allemaal bij, en je wil niet dat ze dat met je kat of hond gaan doen!
Gedrag overig
Veel ezels houden wel van een slaapje overdag. Overdag slaapt een ezel gemiddeld zo’n zeven uur, meestal gewoon staand, vaak rond de middag als het op zijn warmst is. ’s Nachts slapen ezels liggend.
Ezels schuren hun kop of lijf graag tegen objecten. Daarom vinden ze het vaak ook fijn als je ze kriebelt! En tot slot vinden ezels het heerlijk om lekker door het stof te rollen: leuk om te doen en goed voor hun huid: het beschermt ze tegen stekende insecten!
Gedragsproblemen
Voor het oplossen van alle gedragsproblemen geldt het volgende:
- Onderzoek het gedragsprobleem;
- Zet een stappenplan op;
- Maak tijd vrij voor de training;
- Voer de training in kleine stapjes uit;
- Beloon goed gedrag;
Vooral de eerst stap is superbelangrijk. Soms is gedrag wat problematisch lijkt voor de ezel juist natuurlijk gedrag, of gedrag dat is aangeleerd of gedrag waarmee ze willen laten blijken dat ze bijvoorbeeld pijn hebben. Raadpleeg voor je gedrag gaat afleren dan ook altijd eerst de dierenarts!
Hou er rekening mee dat het gedrag erger wordt, voordat er verbetering optreedt.
Twee problemen komen vaker voor: halsterangst en bijten.
Halsterangst
Sommige ezels willen geen halster om. Zij hebben misschien in het verleden nare ervaringen met een halster gehad. Of ze zijn ergens van geschrokken toen ze een halster om hadden en denken dat dat door het halster komt. Zulke ezels moeten ‘gedesensibiliseerd’ worden via kleine stapjes, veel belonen (een wortelschijfje of paardenbrokje per beloning vinden ze heerlijk). En heel belangrijk: geen straf.
Stap 1: neem het halster mee naar de wei en leg het voor de ezel neer. Beloon het niet wegrennen met een beloning, en negeer het negatieve gedrag. Als je dat met veel geduld volhoudt en de ezel is niet meer bang als het halster voor hem of haar ligt, dan kan je verder naar de tweede stap.
Stap 2: leg het halster voor de ezel neer, laat het even liggen en pak het daarna in je handen. Blijft de ezel staan: belonen. Rent hij weg: blijf wachten tot hij terugkomt en probeer het nogmaals, totdat het wel lukt.
Stap 3: aai de ezel met het halster over de hals. Wederom geldt: toestaan is belonen, wegrennen is afwachten en opnieuw proberen. Werk zo het hele ezelslijf af. Doe dan het halster om. Als dat goed gaat en de ezel rustig blijft : belonen!
stap 4: bevestig je het halstertouw en loop je een paar passen bij de ezel vandaan. Laat het touw slap hangen. De ezel zal naar je toekomen. Weer belonen. Wacht de eerste paar keren op de ezel, loop later steeds meer weg (zonder trekken) als de ezel volgt. Verbindt er eventueel een commando of tongklak aan. Zo leert de ezel dat een halstertouw niet eng of stom is, en dat wandelen samen superleuk is!
Bijten
Ezels zijn niet zachtzinnig in het spel of in de verdediging van hun territorium. Flink bijten, schoppen en steigeren, het hoort er allemaal bij. Hoewel bijten naar de verzorger meestal onschuldig is, kan het wel heel vervelend zijn en ook behoorlijk pijn doen. Gelukkig is het vrij eenvoudig af te leren. Beloon het bijten in elk geval niet met aandacht, ook niet met negatieve aandacht. Wees het bijten voor door de ezel af te leiden of hem iets te doen te geven. Leer de ezel rustig stil te staan. Beloon het dier als hij niet beweegt, en herhaal dat steeds maar weer. Een ezel vindt nietsdoen saai, maar merkt gaandeweg deze training dat het ook zo z’n voordelen heeft.